De Vinkeveense Plassen zijn al eeuwen in ontwikkeling is en dat is overal in het landschap te zien en maakt de plassen zo bijzonder.
Vóór 1857
Het gehele gebied is een nat veengebied. Dit type landschap is nog te vinden ten westen van de weg Achterbos, ten zuidwesten van het dorp Vinkeveen. De middeleeuwse verkaveling loopt door in de richting van de legakkers op de plassen.
Vinkeveners groeven afwateringssloten loodrecht op de veenriviertjes naar het midden van het gebied. Ontginning en verkaveling werden bepaald door de riviertjes Kromme Mijert, bovenloop van de Amstel, Waver, Winkel, Angstel en Aa, die samen een bijna gesloten cirkel om het gebied vormen.
1857 – 1975
Door grootschalige turfwinning en vervening van het gebied ontstaan aaneengesloten plassen met daarin legakkers. Hierop werd turf te drogen gelegd in grote hopen, steupels genoemd.
De oude zuwes, dijk dwars op de hoofddijk, vormen de ontsluiting van het gebied. Hierlangs ontstaat bebouwing. In en rond de plassen ontwikkelen zich bijzondere natuurwaarden.
Jaren ’50 tot ’70 20e eeuw
De gemeente Amsterdam en Rijkswaterstaat gebruiken de Noordplas om zand te winnen voor de bouw van de Bijlmermeer en aanleg van de A2. De zandeilanden zijn aangelegd om het omliggende land te beschermen tegen golfslag die in het diepe deel van de plas kan ontstaan. En ook om te voorkomen dat het achterland langzaamaan richting het zandgat schuift (tot ruim 50 meter diep).
Midden 20e eeuw tot nu
De recreatie komt op via jachthavens, recreatiewoningen, dagrecreatievoorzieningen en evenementen. Er is veel dagrecreatie op de particuliere legakkers. Deze ontwikkelingen gaan nog steeds door. Het gebied blijft innoveren om zijn functie als belangrijk recreatiegebied voor de Amsterdamse metropoolregio en de Utrechtse regio te kunnen blijven vervullen.